Artikel ‘Ambachtelijke weervisserij: immaterieel erfgoed’

Voor In Brabant – hét tijdschrift voor Brabants erfgoed – schreef ik onderstaand artikel van ruim 2.000 woorden over de weervisserij en Stichting Behoud Weervisserij. Aan de basis van het artikel liggen schriftelijke interviews die ik afnam bij enkele (bestuurs)leden van Stichting Behoud Weervisserij. Het artikel werd in november 2018 gepubliceerd in het magazine In Brabant.



Ambachtelijke weervisserij: immaterieel erfgoed’

De weervisserij is al ten minste 350 jaar onlosmakelijk verbonden met Bergen op Zoom en de Brabantse Wal. Het ambacht is uniek in de wereld – alleen de firma Van Dort is nog beroepsmatig actief in de weervisserij – en daardoor kwetsbaar. Stichting Behoud Weervisserij zet zich sinds 1997 in om deze ambachtelijke wijze van vissen op onder andere ansjovis in stand te houden. Het laatste wapenfeit: bijschrijving van de weervisserij in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland.

Begin juli ontving de stichting het verlossende bericht: het ambacht weervisserij zal worden bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. De bijschrijving is een onderkenning dat een erfgoedgemeenschap zich actief en bewust inzet voor het in stand houden en doorgeven van haar immaterieel erfgoed. Het inventaris wordt beheerd door het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN ). Deze organisatie geeft sinds 2012 uitvoering aan de implementatie van het UNESCO Verdrag in Nederland en stelt zich onder meer ten doel om immaterieel erfgoed te promoten en toegankelijk te maken. Bijschrijving in de Inventaris heeft overigens niets te maken met de bekende werelderfgoedonderscheidingen van UNESCO.

Warm hart

Aan een voordracht tot bijschrijving in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland gaat een uitgebreide procedure vooraf. De initiatiefnemers, ook wel erfgoeddragers genoemd, dienen – onder begeleiding van KIEN – een erfgoedzorgplan op te stellen waarmee ze hun immaterieel erfgoed in kaart brengen. In 2017 startten initiatiefnemer Marc van der Steen, die vanaf 2010 tot medio 2017 verantwoordelijk was voor PR & Communicatie en fondsenwerving (en van 2010 tot medio 2016 ook de functie van penningmeester vervulde), en de huidige secretaris Lau de Smet, met het opstellen van het zorgplan. Een traject waar Van der Steen zich persoonlijk hard voor heeft gemaakt, ondanks dat hij zijn bestuursfunctie bij aanvang van de procedure reeds had overgedragen. Het geeft aan hoezeer de weervisserij een warm hart wordt toegedragen. Van der Steen: “De weervisserij heeft een bijzonder karakter, respect voor de natuur en is al eeuwen onlosmakelijk verbonden met Bergen op Zoom en de Brabantse Wal. Het heeft een significante economische betekenis gehad voor vele families. Als je ziet dat er in het ansjovisseizoen (eind april tot en met juli) regelmatig wachtrijen bij het verkooppunt van de familie Van Dort staan… De weervisserij zit in het DNA van de Bergenaar en bewoner van de Brabantse Wal.”

Dat dit geen loze beweringen zijn, bleek begin van dit jaar. In de plaatselijke bioscoop werd de film Cor en Henk, weervissers van de Oosterschelde vertoond. Een documentaire waarvoor filmmaker Edward Snijders gedurende een jaar de laatste weervissers Cor van Dort en zijn schoonzoon Henk van Schilt volgde. Een kleine 900 belangstellenden uit Bergen op Zoom en omstreken kwamen erop af. Een opkomst die alle verwachtingen overtrof en benadrukte hoezeer de weervisserij in de Markiezenstad leeft en een warm hart wordt toegedragen.

Kwetsbaarheid

Terug naar het erfgoedzorgplan. In het zorgplan moeten onder andere alle betrokkenen, de ontwikkeling die het erfgoed heeft doorgemaakt en knelpunten in de overdracht naar volgende generaties in kaart worden gebracht. Een onafhankelijke toetsingscommissie controleert ten slotte of de voordrachten aan alle criteria voldoen. Dit alles onder toezicht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). In iets wat uniek is, zit vrijwel altijd een zekere mate van kwetsbaarheid opgesloten. Er is immers geen back-up die de plaats kan innemen. De weervisserij vormt daarop geen uitzondering. Dat het in dit geval om een ambacht gaat, vormt daarbij een bemoeilijkende factor. Het voortbestaan van het erfgoed is bijna volledig afhankelijk van de uitoefening van het ambacht. Zonder actieve weervisserij is er geen immaterieel erfgoed. Van der Steen: “De weervissers die nu nog actief zijn in de firma Van Dort hebben geen natuurlijke opvolging. Continuïteit in uitoefening vormt daardoor onmiskenbaar een knelpunt binnen het zorgplan. Als de laatste weervisser er over, bij wijze van spreken, tien jaar mee stopt en met pensioen gaat, dan is er in principe niemand om de weren te bevissen.”

Ondersteuning

Welk scenario zich ook voordoet, feit blijft dat de weervisserij als immaterieel erfgoed alleen bestaansrecht heeft bij de gratie van vissers die het ambacht uitoefenen. Daarom heeft  Stichting Behoud Weervisserij van begin af aan ingezet op het werven van vrijwilligers om de bestaande weervissers te ondersteunen bij hun werkzaamheden. Want het is een zwaar en arbeidsintensief ambacht. De vrijwilligers, voornamelijk mannen die op de pensioengerechtigde leeftijd afstevenen of deze al bereikt hebben, ondersteunen de firma Van Dort onder andere bij het bevissen van de weren en het ‘bijliggen’: het ‘bewaken’ van de weren om te voorkomen dat aalscholvers de fuik leegeten nog voordat de vissers het net kunnen ophalen.

Dirk Lamberts is een van deze vrijwilligers en inmiddels bijna vier jaar op diverse vlakken actief voor de Stichting Behoud Weervisserij. Lamberts vernam via-via dat de stichting op zoek was naar vrijwilligers met een vaarbewijs. Lamberts vertelt: “Door mijn affiniteit met water en natuur trok de weervisserij mij aan. Dat ik bovendien over een vaarbewijs beschikte, was natuurlijk mooi meegenomen. Na een kennismaking met de stichting en weervisser Henk van Schilt heb ik mezelf als schipper aangemeld voor het seizoen 2015. In  dat jaar heb ik ervaren dat de weervisserij méér werkzaamheden met zich meebrengt dan het varen alleen.”

Veel mensen weten namelijk niet dat ook buiten het visseizoen het werk doorgaat, waar vrijwilligers actief bij betrokken zijn. Van half oktober tot en met eind december wordt er bijvoorbeeld hout gekapt – dit jaar vijf vrachtwagens vol – waarvan nieuwe zogeheten ‘staken’ voor herstel van de weren worden gemaakt. Dit gebeurt in bospercelen aangewezen door Brabants Landschap of de gemeente Bergen op Zoom. Het gaat hierbij om bomen die schade (kunnen) veroorzaken aan de omgeving – bijvoorbeeld aan de riolering – en daarom (preventief) gekapt moeten worden. Op deze manier draagt de weervisserij bij aan verantwoord landschapsbeheer – één van de kerntaken van Brabants Landschap. Omdat het hout uiteindelijk weer wordt gebruikt voor de bouw en het herstel van de weren, is er sprake van een duurzame, verantwoorde keten.

Ondanks de fysieke inspanning die de houtkap vraagt, geniet Lamberts – die inmiddels tot de min of meer vaste groep houtkappers behoort – van het werk. “Het is geweldig om zo ‘s morgens in het bos bezig te zijn. Andere vrijwilligers zijn dat ook gaan inzien, want de groep bestaat inmiddels uit een man of acht.”

Het plaatsen van nieuwe staken in de Oosterscheldebodem – in weervisserij-jargon steken genoemd – gebeurt in de maanden februari en maart. Een zwaar en arbeidsintensief karwei. De staken worden in de haven van de Bergsediepsluis op een vlet geladen en bij opkomend of afgaand water in de bodem gestoken. Een spuitlans, een vrij dunne buis waarmee door middel van waterdruk een gat in de bodem kan worden gespoten, vormt daarbij het enige mechanische hulpmiddel. De fysieke arbeid van de weervissers van firma Van Dort en de vrijwilligers doet de rest. De meesten zouden er niet aan moeten denken om bij temperaturen van soms rond het vriespunt tot boven je knieën in het water te staan. Lamberts geniet ervan:”het is heerlijk om in de verschillende jaargetijden op en in het water bezig te zijn. Het enthousiasme onder de vrijwilligers is ook groot; dat maakt het leuk om daarbij te horen.”

Vaartochten

In het seizoen organiseert de stichting sinds 2012 recreatieve vaartochten naar de weervisserij. Het doel van de stichting is ‘deze vorm van visserij toeristisch en educatief op de kaart te zetten.’ Naast het financiële aspect – voor de tochten dient een ticket te worden  gekocht – dragen de vaartochten indirect bij aan de missie van de Stichting Behoud Weervisserij: het bevorderen en in stand houden van de ambachtelijke wijze van vissen. In stand houden van erfgoed drijft voor een belangrijk deel op het overdragen ervan op anderen. Dat begint met mensen te laten zien en ervaren wat weervisserij is en hoe het in zijn werk gaat. Niet zelden meldt een deelnemer zich later aan als vrijwilliger of wordt Vriend van de weervisserij. De stichting telt momenteel een kleine honderd van deze donateurs. Menig goed doel zal jaloers zijn op donateurs die zich spontaan melden.

De vaartochten zijn in trek. Elk seizoen ontvangt Stichting Behoud Weervisserij zo’n 800  belangstellenden verdeeld over ongeveer 25 tochten voor een bezoek aan de weervisserij. Een behoorlijke organisatie, aangezien er voor elke vaartocht schippers, vissers en een gids  nodig zijn. Voor de schippers en vissers putten de stichting en firma Van Dort uit het vrijwilligersbestand, dat inmiddels zo’n vijfentwintig actieve leden telt. Felix Kools, sinds twee seizoenen Coördinator Vaartochten, leidt het geheel in goede banen. Uit hoofde van zijn functie heeft Kools intensief contact met de actieve vrijwilligers.

Betrokkenheid

Wat drijft deze mensen om in hun vrije tijd, door weer en wind, en niet zelden bij nacht en ontij – het getij bepaalt immers wanneer er gevist en bijgelegen moet worden – (zwaar) lichamelijk werk te verrichten? Kools: “De meeste vrijwilligers hebben hun werkende leven al achter de rug en hebben over het algemeen al wat met water, bijvoorbeeld via de pleziervaart, zeeverkenners of zeilsport. Daarnaast zijn het buitenmensen: ze hebben liefde voor het water en de natuur in het algemeen.” Lamberts, die zelf niet toevallig precies aan dit profiel voldoet, ziet nog een andere verklaring voor de betrokkenheid en toewijding van de vrijwilligers: “Je merkt ook dat de weervisserij in Bergen op Zoom heel erg leeft en dat er in ieder geval veel animo onder de Bergenaren is om deze manier van vissen voor de toekomst te bewaren. Het mooiste zou zijn, als er iemand gevonden zou kunnen worden die  deze manier van vissen op termijn beroepsmatig zou willen voortzetten.”

Opvolging

Daarmee haalt ook Lamberts de kwetsbaarheid van het erfgoed aan. Zonder actieve weervisserij is er ook geen erfgoed. Onder de huidige omstandigheden, waarbij de vrijwilligers de firma Van Dort ondersteunen, is het voortbestaan van de weervisserij voorlopig gewaarborgd – ervan uitgaande dat ook de ansjovis zich in minimaal vergelijkbare mate zal blijven laten zien. Als de huidige weervissers stoppen en er zich geen beroepsmatige opvolging heeft aangediend, dan is de stichting voornemens om zelf het ambacht voort te zetten. Oud-bestuurslid Van der Steen: “De ambitie is altijd geweest om  klaar te staan en ten minste één weer te blijven bevissen met vrijwilligers als de weervisser er over – pak hem beet – een jaar of tien mee stopt of zoveel eerder als nodig blijkt.”

Een even hartverwarmend als ambitieus plan. Zeker gezien het gegeven dat de gemiddelde leeftijd van het huidige vrijwilligersbestand rond de zestig schommelt. Tegen de tijd dat er mogelijk een beroep op hen gedaan wordt, heeft men het waadpak vermoedelijk al aan de wilgen gehangen. Nieuwe aanwas van jonge vrijwilligers is daarom bittere noodzaak. De weervisserij hoeft niet in het DNA te zitten; affiniteit met de natuur en het buitenleven is genoeg.

Schooltochten

Om de jeugd kennis te laten maken met de weervisserij en het leven onder water organiseert de stichting sinds 2012 zogenaamde schooltochten. “Vaartochten om basisschoolleerlingen op een leuke manier kennis te laten maken met de visserij in het algemeen en de weervisserij in het bijzonder,” zo vertelt Kools. Ook het aanschrijven van basisscholen en organiseren van de schooltochten behoort tot het takenpakket van de vaartochtencoördinator. Scholen die zijn meegeweest op een vaartocht zijn volgens Kools zonder uitzondering enthousiast. “Leerlingen ervaren het als heel bijzonder. Waar heb je nog de mogelijkheid om levende vis vast te houden en te helpen met vis sorteren?”, stelt hij retorisch.

Toch stroomt Kools’ mailbox niet over met aanvragen van geïnteresseerde basisscholen – en dat is vooral een geldkwestie. De meeste basisscholen hebben simpelweg geen ‘potje’ meer om buitenschoolse excursies als een vaartocht te financieren. In deze tijd, waarin zelfs de vijfdaagse schoolweek onder druk staat, liggen de prioriteiten – begrijpelijkerwijs – niet bij het organiseren van uitstapjes. Desondanks kan de stichting elk jaar met redelijke zekerheid rekenen op zo’n drie tot vijf schooltochten, zo blijkt uit de statistieken. Dat betekent toch dat er jaarlijks 75 tot 125 basisschoolleerlingen kennismaken met het ambacht weervisserij en natuurgebied de Oosterschelde. De jeugd heeft de toekomst, luidt het gezegde. Of zoals Van der Steen het treffend omschrijft: “Het is bewustwording zaaien in de hoop dat de weervisserij op volwassen leeftijd in het DNA is opgenomen.” Het is geen makkelijke opgave, maar als het lukt, dan is dat DNA tot veel in staat. Daarvan vormen de vrijwilligers van Stichting Behoud Weervisserij het levende bewijs.